Leestijd: 6 minuten
Al jaren heeft Erwin een haat-liefdeverhouding met slapen. Het moment waarop slaap voor hem écht belangrijk werd, herinnert hij zich nog tot in detail. “Ik zat in mijn auto en viel in slaap achter het stuur op de snelweg. Opeens schrok ik wakker en zag ik een rij auto’s achter me op de linkerbaan. Dit is niet goed, besefte ik meteen. Ik had gewoon 8 uur geslapen, dus er moest iets anders aan de hand zijn."
“Vanaf mijn dertiende heb ik al vermoeidheidsklachten, welke steeds gegooid werden op de puberteit en de nasleep daarvan. Nadat er vaker dingen gebeurden als het voorval op de snelweg, ben ik naar de dokter gegaan. Eindelijk kregen mijn klachten een naam: narcolepsie. Zoals bij de meeste mensen die narcolepsie hebben, werd mijn diagnose pas laat gesteld. Ik was 23 toen ik naar de dokter ging en na onderzoeken bij de neuroloog kreeg ik de diagnose op mijn 24e, nu bijna 5 jaar geleden. Ik kreeg medicijnen, waardoor ik iets minder moe werd en een paar uur per dag wat opgewekter bleef. Toch heb ik de pillen na een tijdje weggegooid, ze gaven me meer extra klachten dan winst. De medicijnen hadden dus wel effect, maar ik had te veel last van bijwerkingen helaas.”
Narcolepsie is een aandoening die veroorzaakt wordt door een tekort aan of het ontbreken van het stofje hypocretine. Hierdoor ontstaat een ontregeling van het normale slaap/waakpatroon. Je valt zomaar in slaap overdag en hebt een verstoorde nachtelijke slaap. “Een bekend bijverschijnsel van narcolepsie, waar ik ook last van heb, is kataplexie. Dit is een spierverslapping bij emoties. Bij mij uit zich deze voornamelijk bij het lachen. Op een feestje denken mensen geregeld ten onrechte dat ik dronken ben. Ze roepen ‘voor hem geen bier meer’ als mijn drankje spontaan uit mijn handen valt bij een lachbui. En vertelt een collega-bedbezorger een mop, dan verslap ik een fractie van een seconde en valt hetgeen ik in mijn handen heb, op de grond. Zou best lastig zijn als we net een bed naar boven tillen, vandaar dat ik ervoor zorg dat ik altijd bovenaan de trap sta. Zo is mijn collega er nog om een en ander op te vangen.”